WONEN IN ITALIË – Sociaal leven
Ruim een week ben ik nu thuis. In die week alle soorten weer langs zien komen. Vrijdag viel er een pak sneeuw, maar dat smolt snel weg door temperaturen van ruim boven nul. Toen volgde een paar grijze dagen met regen en mist. En vanmorgen, daar was ie weer ....de zon!
Mijn eerste week in Mombarcaro was meteen alweer behoorlijk druk. Het verbaast me altijd weer hoe je hier, zonder afspraken of agenda, binnen de kortst mogelijke tijd toch weer helemaal in het sociale leven bent opgenomen.
Dat gaat vanzelf. Ik vertelde vorige week al dat kort na aankomst mijn buren al voor de deur stonden om me te verwelkomen. Grazia nodigde me toen meteen uit voor een lunch op Epifania, Driekoningen, een feestdag hier.
Ze praatte me bij over wat er zoal gebeurd was. Veel zieken. Allereerst zijzelf maar ook Guglio moet door de medische molen. Grazia was ook behoorlijk ziek geweest. Meer vrienden hier. Meest griep en verkoudheid, maar ook covid.
In de winkel bij Sara kwam ik Nederlandse kennissen tegen die me voor een nieuwjaarsborrel bij hen thuis uitnodigden. De verbouwing van hun huis was klaar en ik moest nodig eens komen kijken.
Daar waren ook nog andere Nederlanders, uit Sale San Giovanni. De vrouw van dit stel en ik hadden elkaar al eens ontmoet bij de kapper in Hilversum. Toen ging ze weg met een: "Tot ziens bij Bono" een lunchroom in Ceva.
Het was grappig elkaar nu weer in Piemonte terug te zien en op het nieuwe jaar te klinken.
Ik ging ook weer wandelen. Heerlijk tussen de heuvels. Wat een rust heerst hier toch. Af en toe rijdt er een auto of tractor voorbij. En dan al die frisse lucht!
Op zeker moment stopten er kort na elkaar twee Duitse auto's. De portieren gingen open en vier goede bekenden stapten uit om me te begroeten.
Dat kwam denk ik ook omdat wij allemaal treuren om het verlies van dorpsgenote Bruna. Zij en haar Duitse man Harald raakten op 16 december betrokken bij een auto-ongeluk waarbij Bruna op slag dood was.
Bruna hielp ook regelmatig mee in de bar en ik moet zeggen dat toen ik de eerste keer de bar in kwam, ik dat ook een moeilijk moment vond.
Eén van de Duitse vrienden zei dat hij nog steeds de bar niet in kan omdat het hem te erg confronteert met het verlies van Bruna. Ze zochten duidelijk ook een beetje troost bij mij en bij elkaar.
Er was ook een begrafenis. De vrouw in kwestie kende ik niet, maar haar dochter wel. Dus op naar de piazza waar het hele dorp zich die ochtend verzameld had. De één na de ander klopte me even op de rug of aaide me en zei: "Ben tornata!". Dat deed me goed.
En zo slokt het sociale leven me alweer aardig op als ik niet uitkijk. Maar daarnaast ik geniet ook erg van m'n avonden voor de kachel met een fijn boek! En soms geniet ik ook van de televisie. Zo zendt RAI Uno op dit moment een verfilming uit van mijn lievelingsboek "La Storia" van Elsa Morante! Maandag deel 2.
In Uden vertelde ik aan een kennis over mijn huis in Mombarcaro en hoe gezellig het leven hier is. Ze trok een zorgelijk gezicht. "Ik hoor dat die Nederlanders die in Italië of Frankrijk wonen, allemaal zoveel drinken."
Tja, wat is veel drinken? Mijn overbuurman drinkt altijd een glas rode wijn bij het eten. Ikzelf neem iedere dag een biertje om vijf uur. En ja als ik ergens op bezoek ben of zelf eters heb dan drink ik ook een paar wijntjes.
Gisteravond had ik hutspot gemaakt voor twee vrienden die kwamen eten. Eén van hen bracht een fles Brunello uit Montalcino mee. Nou ja, gezond of niet, daar zeg ik toch echt geen 'nee' tegen.
Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.